niek-op-pad.reismee.nl

Het dal van de Lot!

Het dal van de Lot. Vandaag gaan we naar het stadje Espalion, dit stadje ligt langs een van de grootste rivieren van het Franse Centraal Massief. Het weer is omgeslagen en het ziet er vandaag prachtig uit. Ik denk dat het zo'n 28 graden zal worden. Een mooie tocht dwars door de bossen, het is hier  schitterend om te lopen. Het is aan alle mensen merken dat ze er plezier in hebben. Voor het plaatsje Rosiere komen we aan de kant van de weg nog een bijzondere eetgelegenheid tegen. Er is iemand zo slim geweest om zijn huis om te bouwen tot Eetetablissement. Dat heeft ze heel eenvoudig en met weinig middelen aangepakt en het ligt ongeveer een uurtje of drie en een half verwijderd van waar de grote Karavaan aan Pelgrims vertrokken is. Het heeft gretig aftrek en ik denk als wij weggaan er zeker een stuk of 40 Pelgrims zitten. En het eten is er bijzonder goed te noemen. Maar niet alleen dat, je kunt heerlijk achter haar huis in een Tuinstoel plaats nemen en over het dal uitkijken. De salade die ik neem,  bestaat voornamelijk uit Rouwkost en ondanks dat ik rond elf uur al een boterhammetje genomen heb, gaat dit er prima in! Nog een half uur lopen naar St.-Come-d'Olt. Wat een aardig plaatsje is dat langs de rivier de Lot ligt, maar wat schoonheid niet kan tippen aan Espalion. En dan is het nog een uurtje of twee lopen naar Espalion. Rond de klok van half vier bereiken we Espalion, door zijn dal ligging wordt het beschermd van de noordenwind en heeft hier door bijna een mediterraan klimaat. De mooie renaissance gebouwen weerspiegelen in het water van de revier en de oude brug over het de Lot, die  uit 13e eeuw stamt,  is gemaakt van roodachtige steen en ligt er perfect onderhouden bij. Naast natuurlijk Conques, waar ik nu verblijf, zeker de moeite waard om eens langs te gaan, als je hier in de buurt vertoeft. Na wat inkopen gedaan te hebben, vertrekken Jacques en ik naar onze Gite en ik heb het geluk dat ik op de derde verdieping terecht kom, waar in een schitterende kamer, moet delen met Michel, die uit Parijs komt en een aardig woordje Engels spreekt omdat hij 6 jaar in Zuid-Afrika gewoond heeft. Aan de achterzijde is een keukentje ingericht en staat een tafel, met wat stoelen. Jacques die veel eerder geboekt heeft komt er op de eerste etage maar bekaaid af. Hij moet een kamertje van denk ik van vier bij vier delen met twee dames, nog een andere heer en het is er erg benauwd.  Het bier dat ik meegenomen heb en de nootjes deel ik met Michel. En dit wordt door Michel zeker niet afgeslagen. Om zeven uur heeft onze gastvrouw het eten klaar en kunnen we naar beneden. Eigenlijk best wel leuk met een man of twintig zitten we in een grote ruimte van vier bij tien, waar ook nog het keukentje in staat, waar mevrouw staat te koken voor ons. Het is net een moeder met gewoon een groot gezin. Ook dit zijn voor mij een van de mooiste momenten van het Pelgrimsleven. Iedereen wacht netjes zijn beurt af enzo als gebruikelijk, een vier gangen menu. Onderweg kom ik met een Hongaars/Oostenrijkse Pelgrim in contact, een heel aardige vent die al met de Vut was. Hij ging iedere avond naar een Hotel en mist hierdoor het gevoel wat ik heb van het echte Pelgrims bestaan. Wat ik hier voor het eerst aan den lijve ondervind, is dat niet alle Fransen zo gelukkig zijn met de Pelgrims die hier langs de weg slenteren. En dat er bepaalde mensen behoorlijk agressief zijn. Zelfs de Franse Pelgrims schrokken hiervan, toen we van de week op een brug stonden en er weer zo'n Agressieveling aan kwam rijden. Liefst zou ik dei vent eens een flink pak rammel willen geven, maar ik denk dat ik dit maar beter achterwege kan laten. Zo het was vandaag een geweldig mooie dag, in alle opzichten en nu gaan we gebruik maken van een welverdiende nachtrust, ten minste als Michel niet al te haard snurkt? Niek. 

De Karavaan vertrekt.

De karavaan vertrekt! Kom  je in België en het Noorden van Frankrijk geen hond tegen en nagenoeg ook niet van, Vezelay naar Le Puy en dan ineens vertrekken karrenvrachten aan Pelgrims vanuit Le Puy richting de Pyreneeën. Wat me met name opvalt is dat het veel zestig plussers zijn, die net met de Vut of pensioen zijn. Mannen en vrouwen alleen, maar ook stelletjes, vrienden of vriendinnen die er samen op uittrekken, eigenlijk van alles wat. Je merkt bij sommige mensen dat ze nog niet zo geoefend zijn en dat er onderweg wel wat afvallen. Of er zijn er ook bij die zich zo nodig nog moeten bewijzen, voor elkaar of voor de dames. Een voet verkeerd zetten, vooral als je naar beneden loopt en je kan je met deze roosachtige omgeving je Looptocht wel vergeten. Maar dit schijnen bepaalde personen niet te begrijpen. Het is de hele dag voortdurend kijken hoe je je voeten plaatst. Ik kan redelijk snel naar boven lopen over een normale weg, maar worden het los liggend keien, dan wordt het al een stuk minder, maar met naar beneden gaan, over losliggende keien of stukken rotsblok dan schakel ik heel snel terug. Vandaag gaat het naar Saint-Cherly-d'Aubrac, maar 17 km, de eerste 9 km over Veeroutes dwars door de weilanden. Met veel hekjes open en dicht maken, modder, regen en koude. Het loopt niet prettig, maar de afdaling is nog minder prettig en hier lijkt geen einde aan te komen en ook niet aan de regen, die ons de gehele dag zal begeleiden. Gelukkig kunnen we onderweg in het plaatsje Aubrac nog een kopje koffie krijgen en ons even opwarmen. Maar door de transpiratie blijft het ook aan de binnenkant van je regenjas nat. Om half twee komen we aan en we moeten nog tot twee uur wachten, voor we in onze Gite Communaal kunnen. Dus in het eerste beste restaurantje eerst maar even poosje wegwerken. Na vijf minuten komen twee Zweedse Pelgrims binnen zetten, ik schat deze dames zo rond de 70 jaar oud zijn en het zouden best wel eens zussen van elkaar kunnen zijn. Ik heb getest of ze gevoel voor humor hebben, maar ik denk dat het moppenboek van deze dames niet groter is als hooguit twee tegels, die ik nooit te horen zal krijgen. Want toen een van dames een banaantje aan het eten was en ik zei gekscherend, one Benanaa a day  keeds the doctor away, bleef ze met haar uitgestreken gezicht strak voor zich uit kijken en er kon geen lachje vanaf. En het lag er niet aan dat ze geen Engels verstonden, want dat spraken verdomde goed. Overigens duiken deze dames tot het einde van mijn reis dagelijks op en ik heb me steeds weer zitten verbazen van hun uitgestreken gezichten! Om twee uur zijn we naar het toeristenbureau gelopen en hebben we ons in laten schrijven. Nog geen tien minuten later stonden de Zweedse dames ook weer op de stoep en er waren nog 6 plaatsen vrij, waarvan 3 op mijn kamer, en een kamer van 3 plaatsen. Dus een van de vulde het formulier in op mijn kamer. Maar na een halve minuut waren ze al weer terug streepten hun namen door en namen de andere kamer, waar nog niemand lag. Dit ging allemaal heel schichtig en snel. Ik denk dat ze mijn hoed op mijn bed handen zien liggen en snel weer vertrokken zijn? Om 5 uur staat Jacques in onze Gite, hij heeft vannacht een ander onderkomen geboekt, waar hij ook kan blijven eten. En we gaan gezamenlijk het centrum verkennen en natuurlijk kijken of het Bier hier van de juiste kwaliteit is? Inmiddels lopen we al dagen met de zelfde groep van dorp tot dorp.  Een aardige Oostenrijker van rond de 45 jaar oud die ergens in de buurt van Wenen Wiskunde leraar is en een jaartje vrij genomen heeft, een Frans vrouwtje waar hij vanuit Le Puy mee optrekt, een jonge Duitser en nog een Frans meisje uit Parijs, die met haar vriendin vertrokken is, maar helaas na twee dagen alleen verder moest, omdat haar vriendin last van haar knie kreeg. Ze is getrouwd heeft een dochtertje van 3 jaar en spreekt goed Engels. En jonge Fransman van 28 jaar oud waar Jacques de dagen mee opgetrokken is toen ik er niet was. Het wordt een gezellig avondje, dat afgewisseld wordt met, de Franse, Duitse en Engelse taal. Mooi zootje bij elkaar. En zo als gebruikelijk wordt de avond  afgesloten met een Verveine du valey. Niek

Het weerzien met Jacques.

Het weerzien met Jacques. Vannacht in Umont-Aubrac redelijk geslapen, ondanks dat onze Agrariër flink heeft liggen snurken, waarschijnlijk als dank voor zijn massage behandeling die hij van mij genoten  heeft. Maar ja een kleinigheidje blijf je houden, als je als Pelgrim voor een dubbeltje op de eerste rij wilt zitten. Overigens zou ik niet anders willen. Juist door de gemeenschapszin ontstaan er leuke contacten, waar je helaas ook wel weer afscheid van moet nemen, maar dat hoort bij het leven van een Pelgrim. Vandaag staat het plaatsje Nasbinals op op programma. Het betreft een tocht van 28 km en wordt in de beschrijving als ligt aangemerkt. De eerste 10 km gaan door de bossen en weiden, daarna over onafzienbare weiden, met grote rotsblokken erin. Ook zit er een flinke stijging in en krijg ik onderweg weer flink last van mijn rechter hak. Zo erg zelfs dat ik moet stoppen, ik ben bang dat ik een ontsteking opgelopen heb en van een aantal Franse voorbijgangers krijg ik een speciale bandage aangelegd, wat enigszins verlichting biedt, maar niet de oplossing van het probleem is. En in het laatste gedeelte van de tocht zit nog een flinke stijging van een paar honderd meter in. Dit gaat over een weg met alleen maar rotsblokken en daarvoor moet je een flinke inspanning plegen en is een aanslag op de knieën, die krijgen het flink te verduren en daar zal ik met name de volgende dag flink last van krijgen, als we over 8 km, af moeten dalen over heel smalle doorgangetjes met los liggende stenen. Maar rond de klok van drie uur kom ik voor het Bruggetje bij Montgros aan, dat een paar km voor Nasbinals ligt dus het schiet gelukkig op. Na een paar mooie foto's van de brug met een kruis erop gemaakt te hebben, krijgen we nog een flinke stijging, maar kom ik rond de klok van half vier aan in mijn Gite. Even wat boodschappen doen en ik ga nog naar een bijzonder kerkje waar dit plaatsje over beschikt en dan kijken of ik een uurtje kan pitten. Overigens hebben de Fransen morgen weer een dagje vrij,  volgens mij ivm de bevrijding van de 2e wereldoorlog en de kans is groot dat alles weer eens dicht is. Ik lig nog geen vijf minuten of ik zie mijn Franse vriend Jacques, mijn slaapvertrek in lopen. Het weerzien is, van twee vrienden die elkaar jaren niet gezien hebben en natuurlijk gaat dit weer gepaard met drie kussen op de wang. Jacques was verrast mij hier te zien, maar ik had er al een beetje rekening mee gehouden.  Van Jacques krijg ik het advies toch even naar de dokter te gaan, dus trekken we er samen op uit om naar de dokter te gaan. Maar helaas is ze op ziekenbezoek en moet ik 's-avonds terug komen. Jacques gaat mee naar binnen, hij wil zelf ook behandeld worden, maar als tolk is het natuurlijk wel praktisch. Als ik met mijn buik op de behandeltafel ga liggen, krijg ik van haar te horen dat ze even haar schaar, gaat gebruiken om het open te knippen en om de Eeltlagen weg te knippen, want die schuren volgens haar op de onderhuid. En als ze net iets, te veel wegknipt lig ik even te piepen en hier zal Jacques, de komende dagen nog flink de draak mee steken, als hij dit verhaal aan zijn Franse vrienden aan het vertellen is. Maar het belangrijkste voor mij is dat ik de volgende dag een stuk minder pijn heb en daar gaat het mij om. En voor € 23,- die ik de dokter moest betalen had ik dit geld er graag voor over. Na afloop zijn we samen maar een paar biertjes gaan drinken, om het leed te verzachten en hebben de avond in gezelschap van Pelgrim Jean in het plaatselijk restaurant afgesloten met een heerlijk etentje. Toen we om half tien terug waren in onze Gite heb ik Jacques nog getrakteerd op een heerlijk Verveine du velay. Dit drankje heeft Jacques mij leren drinken in Le Puy en wordt gemaakt van kruiden en het alcoholpercentage bedraagt maar liefst, schrik niet, 55% maar dan heb je ook waar voor je geld. En ik kon het natuurlijk niet laten een half litertje in mijn Veldfles mee te nemen. Vervolgens heb ik mijn secretaris Jacques weer aan het werk gezet, om alle Gites voor de komende dagen te reserveren, want het wordt hier met de dag drukker en het lijkt wel een gekkenhuis met al die Pelgrims. En nu snel naar bedje want morgen staat er een tochtje voor de boeg van 17 km maar lastig hier van is dat het laatste gedeelte 8 km constant dalen is en daar heb ik een hekel aan. Niek.

De Seriegen in de tuin van de familie van Horen!

De Seringen in de tuinen van de familie van Hooren! Op vele plaatsen in het landschap vind je hier Seringenstruiken of moet ik zeggen Seringenbomen?  Ik zit hier lekker mijn Franse vrienden te genieten van de middagpauze, niets hoeft en alles mag. Op dit moment schat ik het zo'n dertig graden is. En mijn vriend Jacques, heeft besloten,  met al zijn ervaring een Siësta in te voeren en dit lijkt mij gezien de weersomstandigheden niet zo'n slecht idee. Oh ja, familie Van Hooren, daar had ik eigenlijk al lang een stukje over moeten schrijven, maar vaak komt het er niet van, maar nu neem ik er even de tijd voor en om zo mijn belofte aan mij schoonzuster Martina na te komen, want die kan heel streng zijn als je dingen niet doet! Mijn moeder overleed toen ik, vier en een half jaar was en zij was een van Hooren, woonde in Denbosch en had twee broers, Sjaak en Theo. Helaas is mijn ome Sjaak,  heel vroeg overleden aan de gevolgen een auto ongeluk. Jammer dat ik hem niet gekend heb, want het schijnt een heel flamboyante man geweest te zijn. Door het overlijden van mijn ome Sjaak heb ik er een vijfde doopnaam bijgekregen, Nicolaas vernoemt naar mijn vader, Cornelis vernoemt naar mijn Peetoom, ome Cor, Jacobus naar mijn Ome Sjaak, Everdina naar mijn Peettante, tante Dies , die getrouwd was met Ome Sjaak en zo als het in een goed Katholiek gezin gebruikelijk was, kreeg je ook nog Maria, op het einde van je doopnamen mee. Mijn Opa werkte als Steenhouwer aan de grote kerk ( Sint Jan ) hoe het Bossche bedrijf hete ben ik even kwijt, volgens mij bestaat het nog steeds.  En hij zong als Toonoor in het kerkkoor en mijn oma was Naaister van beroep. Ze kwam zoals altijd zei, van goede huizen. Dat vertelde ze altijd zo mooi, dat haar vader geen gewone schilder was, maar een huisschilder, ik heb eigenlijk al kind nooit ze goed begrepen wat het het verschil was en nu weet ik dit nog niet? De familieleden,  woonden allen dicht bij elkaar, Opa en Oma woonden aan de Twaalfmorgenstraat, Ome Theo aan de Kortetuinstraat en Ome Sjaak aan de Langetuinstraat. En ik begrijp dat mijn vader en moeder in het begin ergens bij iemand ingewoond hebben, dat was in die tijd, gezien het gebrek aan woonruimte heel normaal. Maar waar dat precies is geweest, weet ik niet meer.  Wat ik nog als kind weet, is dat je iedere zondagmorgen naar de familie gingen, eerst naar het Muntelplein, waar de ouders van mijn vader woonden en daarna naar Opa en Oma van Hooren of het ging ook wel een om toerbeurt, de ene week naar Opa en Oma, dan naar ome Theo, die getrouwd was met tante An of naar tante Dies, die toen al weduwe was. Lopend of op de fiets bij Pa achterop langs de Zuidwillemsvaart, waar toen nog het Bossche Slachthuis was en dat soort dingen vergeet je nooit meer. Wat ik ook nooit zal vergeten was mijn tante An, ze was klein van stuk, dik en ik schat haar ruim honderd kilo, maar had op een of andere manier toch een bepaalde aantrekkingskracht op je. Zelf had ze geen kinderen, ze was niet de knapste van het stel en ondanks haar soms strenge blik was ze altijd heel lief voor ons en we werden altijd door haar verwent. Als we zondags bij haar waren, kregen we vijfcenten of een dubbeltje mee om bij de Kits ( zo noemden wij het winkeltje op het einde van de straat ) iets van snoep te kopen. Het winkeltje was volgens mij niet meer als een lange gang, waar bij mijn weten altijd iemand zijn biertje, uit een fles aan het nuttigen was. En als de Ijscoboer door de straat reed, met luid gebel, mochten we altijd een ijsje bij hem halen. Overigens hield ze zelf ook wel van een lekker Ijsje. Ook zij is jammer genoeg veel te vroeg gestorven en ik vroeg me als kind toen al af of ze altijd wel zo gelukkig geweest is? Ook haar man, mijn ome Theo heeft niet lang mogen genieten, van zijn wel verdiende Pensioen, nadat hij als Ambtenaar van de Burgerlijke stand afscheid genomen had. Hij was een echt feestnummer, met name met de Carnaval was hij reuze mee in zijn sas. De twee Pinten genoten zijn voorliefde, als het om de Bossche Carnavalsmuziek ging. Met een lekkere borrel op stond hij dan plaatjes te draaien en ik heb hem de platen wel een schoon zien maken op zijn achterste. Het was een gezellig mens, maar wel een beetje een beetje nerveus. Overigens is hij bij de aangifte, bij de Burgerlijke stand van mijn broer Frank, in de fout gegaan en was hij iets te enthousiast, toen hij benoemd werd tot Peetoom en als eerste naam Theodoris aangaf. En mijn broer nu met de initialen van TFAM rond loopt, maar het zei hem inmiddels vergeven. Mijn ouders hielden het toch bij de naam Frank. Mijn Peettante, tante Dies, kan ik me nog heel goed herinneren, het was een grote knappe en charmante vrouw, ze had twee kinderen met ome Sjaak, de oudste hete Maurits, vernoemd naar zijn Opa en hun dochter Tilly, mijn nicht die in Australië woont. Tante Dies schijnt lang in een Sanatorium gelegen te hebben, ivm longaandoening. Het was een bescheiden vrouw, als ik het zo mag zeggen en ze is nooit hertrouwd, waarom dat weet ik eigenlijk niet? Wat ik nog heel goed van haar weet is, dat ze voor mij altijd de mooiste Truien breide. Op latere leeftijd is ze nog, verhuisd naar Alverna, een plaatsje in de buurt van Wijchen, waar ze vandaan kwam en heeft nog jaren samen met haar zus mogen genieten in een mooi appartement, aaneengeschakeld aan een Rusthuis, voor Nonnen. Ik kan me het huis van mijn Opa en Oma nog goed voor de geest halen, je kwam door de voordeur naar binnen en belande in een korte gang, op einde van deze gang ging de trap rechts naar boven en als je rechtdoor liep stond je in de woonkamer. Een heel klein keukentje, met een tweepits gasfornuisje en klein granieten Aanrechtje. En volgens mij had men alleen koud water in die tijd. Achter de keuken had je het Toilet, waarvan de stortbak, in de winter altijd bevroren was en daarachter een klein schuurtje waar met name de Kolen opgeslagen werden. Wat me ook bijgebleven is dat je in de huiskamer drie inbouwkasten had zitten, een ervan leidde naar de kelder, die onder de trap zat en die oma ook wel een gebruikte als opslagruimte voor eten neer te zetten en de middelste deur zat het dagelijks Serviesgoed in. En de linkerdeur zal wel niet zo vaak open gegaan zijn, want ik zou bij God niet weten, wat er in stond. Maar dit krijg ik zeker nog wel te horen!  Oh dan was er ook nog een voorkamertje, met in de linker hoek een schuine inbouwkast. Waar volgens mij het zondagse Servies in stond. Ik weet nog heel goed dat er op deze kamer een heel aparte geur hing en volgens mij werd hij ook niet veel gebruikt. En in de woonkamer stond een Kolenkachel, met Glazenruitjes ervoor. Als de ruitjes dichtgeslagen waren door de hitte van de Kolen, maakte Oma deze altijd schoon, met Watten en Theewater.  Boven had je drie kamers, twee grote en een kleintje, ook daar hing een heel aparte geur, die moeilijk te omschrijven valt, maar die anders was als in het voorkamertje. Overigens schiet me nu net te binnen, dat er ook wel eens een geur van Urine hing en oude kranten. Want is wat heel normaal dat je in die tijd, s'nachts op de Poo ging, om een kleine behoefte te doen en de bovenzijde van deze Poo werd afgedekt door oude kranten. Het bed waar ik in de voorzijde boven altijd in lag, was klein en smal. Het had een Verenbodem, waar je flink in wegzakte. Het kussen was zo dik dat je recht overeind in bed sliep en volgens mij een heel dik dekbed, ik kan me alleen niet meer herinneren waar de inhoud van dit dekbed van gemaakt was?Het was er altijd koud en kil of bloedje heet in de zomer, want er zat een platdak op het huis. Opa en Oma sliepen aan de achterzijde en volgens mij was het kleine kamertje ingericht als Naaikamertje. Mijn Oma was wel een beetje een baasje, niet dat ze niet lief was, maar je ging niet met haar spelen. Ze had ook nog een zuster die Truus hete! Tante Truus was een beetje doof en mijn Oma had hier, een beetje een haat liefde verhouding mee. Ze kon rake opmerkingen naar haar zus maken, die nagenoeg niets hoorde, maar door de uitdrukking op mijn Oma's gezicht, wel kon raden, wat die bedoelde!  De specialiteit van mijn oma was Biefstuk bakken. Heerlijk in de Roomboter, met wat zout en Peper. Maar voor dat ze deze Biefstuk ging bakken, ging hij eerst even onder de koude kraan, om afgespoeld te worden en werd daarna weer afgedroogd. En natuurlijk ging aan het eten de soep, met soepvlees erin vooraf. Oma bewaarde het soepvlees tot het laatst en dan ging er van het merk Calve, uit een gele Tube, een flinke hoeveelheid Mayo over heen, ze prakte dit vervolgens en at het dan op. Het biefstuk bakken heb ik dan ook van mijn Oma geleerd. Alleen het afspoelen onder koude kraan, laat ik achterwegen, maar verder bak ik, hem volgens haar recept. Kijk de kunst van Biefstuk bakken is, om het vet net niet te laten verbranden en als het goed heet is, het vlees er mee dicht te schroeien. Verder draai je na loop van tijd, afhankelijk hoe je je biefstuk wilt hebben, het gas weer een beetje terug, want het vlees mag natuurlijk niet verbranden. En dan de techniek van het snijden, overigens is dit ook een beetje afhankelijk van de kwaliteit van het vlees, maar vooral in dunne reepjes snijden en niet te dik. Ze had hier voor een speciaal lang vleesmes, dat ze zelf aan kon scherpen. En als er biefstuk over was ging het de volgende dag koud op het brood en dat doe ik zelf ook nog wel eens. Het feesten en gezelligheid heb ik denk ik wel van de familie van Hooren over gehouden, ook al ging men wel eens te ver, tenminste als ik mijn vader mocht geloven?  Ik  heb van mijn vader wel eens begrepen, dat ze bij de familie Van Hooren, een stevig borreltje lusten en dat mijn vader hier wel eens aan meegedaan heeft en mijn moeder om die reden, de verkering een keer uitgemaakt heeft, maar gelukkig, is het later toch wel weer goed gekomen! Op een andere manier schijnt ze hier toch een hekel aan gehad te hebben. Overigens heb ik het met mijn Oma ook wel eens aan de stok gehad en daar had ze groot gelijk in! Op trap lag een Karpet en dit Karpet werd middels Roeden vastgehouden. Ik was als kind van een jaar of vijf à zes, op het idee gekomen een aantal van deze Roeden te verwijderen en dit leek achteraf niet zo'n goed idee te zijn, toen mijn Opa van de trap af kwam donderen. Natuurlijk wist ik van niets en deed net of mijn neus bloeide, maar Oma wist wel beter! Gelukkig viel het leed voor Opa wel mee, maar ik heb hem nog nooit zo horen vloeken en Oma hield mij ondanks dat ze het wist wat ik gedaan had, toch nog een beetje het hand boven het hoofd. Ik geloof dat Opa op zijn tachtigste jaar overleden is en Oma dik in de negentig geworden is. Jammer genoeg was ze de laatste jaren een beetje van het padje af, maar dat mag op die leeftijd. Misscheien wel een leuke anekdote om te vertellen,  ik ben met Trudy wel eens bij haar geweest en dan zei ze tegen Trudy, zo jonge man hoe heet u? Na haar even aangekeken te hebben, zag ze toch wel weer dat het Trudy was. Maar hoe zit het nu ook al weer met die Seringen? Want hier begint mijn verhaal eigenlijk mee? Als je hier zo door Frankrijk loopt, zie je met name in de bebouwde kom, overal Seringenstruiken bloeien, Wit en Paars. Met name door de geur,  komen de herinneringen weer te boven, want deze struiken stonden ook in de tuintjes, bij Opa en Oma, Ome Theo en maar bij tante Dies ben ik me niet zeker meer van? Volgens mij was dit ook het enige wat een beetje tot bloei kwam in deze tuintjes, want de grond was heel schraal. De geur zal me altijd bij blijven, zo ook de geur van verschillende vertrekken in het huis, van mijn Opa en Oma. En ik ben er van overtuigd dat mijn zus Marij en mijn broers, maar ook mijn neef Maurits en nicht Tilly zich deze geuren zullen herinneren. Niek.

Op weg naar Aumont-Aubrac

Op naar Aumont-Aubrac! Het is zondagmorgen en mijn rechter hak is weer flink aan het opspelen. Ik krijg van een vriendelijke Fransman, waar ik mee op een slaapkamer slaap nog een pleister aangeboden maar dit zet geen zoden aan de dijk. Het weer buiten is guur en winderig, dus voor de zekerheid toch nog maar even een regenjas aantrekken, maar ik weet wat dit inhoudt, dat je na een uurtje lopen, door de transpiratie weer nat bent. Ik trek vervolgens na een half uur gelopen te hebben, mijn regenjas uit, ondanks het feit dat het behoorlijk fris is buiten. Onderweg kom ik nog een Refugio in het veld tegen,  die daar de nacht doorgebracht hebben. Dit is natuurlijk wel een heel primitieve vorm van overnachten en behoudens een dak boven je hoofd en een kraantje met wat koud water is er niets, dit lijkt mij  niet zo aantrekkelijk idee. Maar wel leuk om te zien. Er is er net eentje, zich aan het wassen, maar volgens mij gebruikt bijzonder weinig water. Het kapelletje wat we voor staat, is helaas dicht, zo als zo velen, die ik onderweg tegen kom.  Na ruim anderhalf uur gelopen te hebben, kom ik aan in, Saint-Alban-Sur-Limagnole. Maar voor ik hier aan kom tref ik mijn Engelse tafelgenoot van gisterenavond aan. Met zijn korte broek, spier witte benen en zonder dochter. Dochterlief is de verkeerde weg ingeslagen en is behoorlijk Pist-off zoals de Engelsen zeggen, ze komt stampvoetend aangelopen en er kan geen goed woordje vanaf. Haar vader is een echte Gentleman, van een jaar of vijfenzestig. En hij legt nog zo moei uit dat hij haar nog wel in  bedwang heeft, maar hier twijfel ik toch wel een beetje aan, als ik zie hoe ze reageert. Ik schat haar zo rond de 28 jaar oud en eigenlijk had hij ze over de knie gemoeten nemen. Maar Pa was dit, waarschijnlijk van zijn Benjamin gewend en accepteerde het, ondanks het feit dat ze zelf de fout in was gegaan. Ik ben wijselijk doorgelopen en heb de boel, de boel maar gelaten. It was not me cup of tea, zullen we maar denken. In Saint-Alban-Sur-Limagnole, kregen we de gelegenheid om brood in te slaan en bij een kroegje een kopje koffie te nuttigen. Helaas kon ik de kerk daar niet bezichtigen, omdat er net een dienst plaats vond. 6 Mei de dag van de tweede ronde van de Franse President verkiezingen. En het was  een drukte van belang bij het gemeentehuis. Nog  15 km naar Aumont-Aubrac, het landschap veranderd hier ineens van vorm. Weilanden om me heen met een en al rotsblokken, hier hoef je met je Ploeg niet te komen. Eigenlijk heel apart dat de omgeving ineens heel anders vorm krijgt. In het plaatsje Grazieres-Mages, neem ik even rust om te eten en mijn rechter voet te behandelen. En hier wordt ik aangesproken door een heel vriendelijke Franstalige Belg. Die een beetje Nederlands kent. Hij haalt onmiddellijk Jodium uit zijn Camper en geeft mij het advies om zeker een dag te rusten. Maar helaas zal ik even door de zure appel heen moeten bijten, het is niet anders. Om half vier in de middag bereik ik Aumont-Aubrac en midden in het dorp zit mijn Gite. We slapen met vier personen op een kamer en twee ervan ken ik al, dat zijn Erik en Philippe. En nummer drie is een Agrariër van 69 jaar oud. Een aardige vent waar ik een woordje mee kan spreken. Na een biertje in het dorpje gedronken te hebben, met Philippe, gaan we weer terug naar onze Gite, waar ik onze Agrariër een speciale behandeling ga geven. Hij heeft last van zijn Kuiten en na een massage behandeling van mij met wat zeep en water, loop hij weer als een Kievit! Overigens moet ik dat twee dagen achter elkaar horen als hij voorbij komt. Ik heb hem niet al te hard geknepen, maar soms gilde hij van de pijn, eigenlijk best wel commies. De avond werd afgesloten door een speciale maaltijd, die door de uitbater klaar gemaakt, het bestond, uit een combinatie van Aardappelen en kaas. Met veel vertoon kwam hij de kaas laten zien. Ik begreep er niets van wat nu zo speciaal was. Toen de Maas tijd opgediend werd begreep ik de betekenis ervan, het was een soort pasta van kaas en aardappelen ne het werd opgediend als kauwgum. Ze helmen het heir Aligo, het smaakt niet verkeerd, ik heb er een paar Foto's van gemaakt! Niek

Op naar Sauvage 32 km, eigenlijk net iest tever voor een dag!

Op naar Le Sauvage 32 km eigen net iets te ver voor een dag! Het is volle bak in Ministrol d'Allier, waar ik gisteren avond aangekomen ben.  's-avonds komen er nog drie wielrijders, kletsnat binnen. Dus ook de dames zullen vannacht hun kamer met een heer moeten verdelen. Ik heb gisteren met mijn een Canadese student, Philippe het laatste stuk gelopen. En bij aankomst is ook onze Franse Pelgrim Erik, met zijn  Willie  ( Terkkarretje ) gearriveerd. Gelukkig kan ik in deze Gite mee eten en samen met Philippe en Erik genieten we van de maaltijd, die de eigenaar klaar gemaakt heeft. De dames eten niet mee en zorgen voor zich zelf. Op zich is daar niets mis mee,  maar het is altijd gezelliger als je met zijn allen van de maaltijd gebruik maakt. Om half zeven ben op en ga ik naar de plaatselijke bakker annex, kruidenier om het een en ander in te slaan, voor het ontbijt en de rest van de dag. Om acht uur ben ik klaar voor vertrek en de komende anderhalf à twee uur wordt het flink werken geblazen. In mijn reisbeschrijving staat vermeld, een klim  1  3/4 uur en dat wordt dus borstje nat maken. Letterlijk en figuurlijk, want het regent, mijn T-shirt en mijn vest, dat ik onder mijn regenjas aan heb, worden door de transpiratie nat. Onderweg kom ik nog een kapel tegen, die in de Rotwand uitgehouwen is! En jammer genoeg gesloten is, maar door de spijlen van de ramen lukt het mij nog om een paar foto's te maken. Tevens nog even een foto maken van het dal, met op de achtergrond de brug over de revier.  Rond de middag bereik ik Saugues en hier staan langs de kant van de weg van allerlei houtsnijwerken. Fantastisch om dit te zien. In dit plaatsje heb ik het geluk dat in nog een paar foto's over kan zenden, maar dit gaat heel veel tijd kosten en die heb ik niet, want het is nog ruim 18 km naar Vauvage. Ik heb mijn zinnen erop gezet om mijn Pelgrim vriend Jacques nog een keer te ontmoeten, maar of dit gaat lukken weet je nooit. Na half twee vertrek ik uit Saugues en het weer is bijzonder slecht, ik zet er flink de pas in. Maar met dit    Weer en de stijle hellingen die volgen, zakt het tempo enigszins terug. En het hoogte verschil met Saugues en Sauvage bedraagt 300 meter, dus het wordt toch weer klimmen geblazen. Met name het laatste deel gaat door de bossen en erg stijl omhoog. En het is modderig en vooral nat. Onderweg kom ik nog wel een paar kleine dorpjes tegen en nog wat restanten van een kasteeltoren, maar daar blijft het verder bij.  Tegen de klok van zes uur kom ik uitgeput in Sauvage aan en ik maar denken dat dit een klein dorpje is, maar het is niets anders dan een heel grote Boerderij, die ze omgebouwd hebben tot Gite ligt midden op de hei in niemandsland.  Drie dagen later zal ik er achter komen, door een gesprek met een Vlaamse Belg dat een of andere Malloot het voor elkaar gelegen heeft de hele route om te gooien, om de Pelgrims naar zijn Gite te krijgen. Zelfs op de route beschrijving van de ANWB, die ik gebruik hebben ze de route 5 km omgelegd om de eigenaar, van de Gite ten diensten te zijn. Uitgeput plof ik op mijn bedje neer, om vervolgens na een krap uurtje weer aan de avondmaaltijd te zitten. Ik denk wel, vier grote tafels met een zestig Pelgrims. Het eten is goed maar eigenlijk ben ik te moe om te eten. Naast mij zit een  heel vriendelijke Engelsman, die samen met zijn dochter een deel van  de route aan het lopen is. Hij komt uit Birmingham en het is een Typische Engelsman die met zijn korte broek de hele dag over de wegen banjert. Maakt hem niets uit of nu wel of niet regent en hij loop op een paar gewone schoenen. Zijn dochter is volgens mij, een verwent nest en een beetje arrogant, maar dit vertel ik later nog wel. Het wordt tijd om naar bed te gaan. Niek 

Vertrek uit Le Puy, dus het dal uit zien te Klimmen!

Vertrek uit Le Puy dus het dal uit zien te klimmen. Na gistenen de stad bezocht te hebben, ben ik helaas genoodzaakt ergens een hapje te gaan eten en hier heb ik eigenlijk een hekel aan, zullen we maar denken. Halftien was ik terug en moest verplicht gaan slapen om tien uur. Dus toen ik mijn eitjes afgegeven had ben ik meteen naar bed gegaan. Een grote zaal met allemaal retraite ruimtes, dit doet me denken aan de Marienburg in Denbosch, waar wij veel vertoefd hebben, nadat mijn eigen moeder gestorven was. Ik ging daar naar toe als mannetje van 5 jaar om de zusters te helpen die bij ons in huis waren. Nu lig ik zelf in zo'n slaaphokje, ik denk een stuk of 12 op een grote zaal, alleen met vrouwen en dat is lachen geblazen, als een van die vrouwtjes begint te snurken en de rest gaat er om liggen giechelen. En ik heb natuurlijk meegelachen, het was echt een mooi schouwspel. Maar nu verder de heuvel op, het dal uit zien te komen, want Le Puy ligt in een Vallei. Het is heerlijk weer en de Weergoden zijn ons goed gezind vandaag. Het eerste plaatsje wat we tegenkomen heet La Roche en de paden er naar toe lopen niet zo prettig, allemaal losse kleine scherpe steentjes, waar je voeten zo lekker van gaan gloeien. Maar na La Roche gaat het boven langs de afgrond naar St.-Christophe Sur-Dolaizon. Waar een leuk kerkje staat maar verder niets te beleven valt, behoudens een kopje koffie wat ik daar kan bemachtigen. Richting Montbonne zijn we al 500 meter gestegen en we gaan hier zelfs naar de 1206 meter hoogte, in het plaatsje Lac de Euf. Oh ja tussentijds kom ik ook nog op een leuk wegje terecht, met alleen modder en ik heb de pech dat ik door de hoge muren die aan weerskanten staan, ik geen kant op zou kunnen. Ik zak iedere keer tot mijn enkels in de modder weg, maar weet na een paar honderd meter een weiland in te vluchten, dat er langs ligt. Ik heb hier nog een fotootje van gemaakt, zodat jullie het kunnen zien. Onderweg kom ik midden in het veld tussen de weilanden een mooi Kapelletje tegen. En dan kan ik het niet laten, om een paar Fotootjes te gaan schieten. Overigens begint mijn blaar onder mijn rechter hak weer op te spelen en ik zal iets moeten doen en anders als een scherp mes heb ik niet bij me. Dus gaat hier na het mes enigszins steriel gemaakt te hebben, letterlijk het mes in, het is niet anders. En gelukkig lucht dat een beetje op. En gaat het de rest van de middag best aardig.  Mijn streven is vandaag een flink stuk te lopen en uiteindelijk zullen het er vandaag 32 km worden. Maar de laatste km naar Monistrol d'Allier, worden geen pretje omdat ik in Rochegude geconfronteerd wordt met een afdaling via de Rotswand en dat is lastig met 18 kg op je rug. Maar gelukkig komen we heelhuids, nou ja met een paar blaren op mijn kleine tenen naar beneden. Je bent verplicht bij de afdaling, met je tenen in de schoenen te gaan staan. En dit heeft gevolgen, maar bij de kleine tenen zijn die te overzien. Na Rochegude daal je nog zo'n 300 meter naar beneden voor je in Ministole d'Allier bent en ik heb de pijp goed leeg. Gelukkig heb ik Gite snel gevonden en wordt nog een gezellig avondje, met een hele boel gasten, die daar ook bivakkeren. Niek

Een gezellig dagje in Le Puy

Een gezellig dagje in Le Puy. Vanmorgen geen kerkdienst voor mij, die had ik gisteren al gehad, dus ik blijf zo lang mogelijk op bed liggen. Maar op een gegeven moment moet ik er wel uit, anders krijg ik niets meer te eten. Ze hebben gisterenavond voor mij de eitjes gekookt. Heel lief, want dit zijn ze niet verplicht. Mijn Nieuwzeelandse kamer bewoner van een paar dagen geleden is ook gearriveerd. Ik blijf haar apart vinden, nee wij zullen zeker geen vrienden worden. Een oude vrijgezel en volgens mij heeft ze niet zo veel met mannen. Of misschien ben ik wel iets te eigenwijs! Het is geweldig mooi weer vandaag en daar ga ik van genieten. Dus alles op zijn gemak ik mag pas weer om drie uur vanmiddag op mijn kamer. Ik loop het centrum uit om een mooi rustig plaatsje te vinden, waar ik nog wat schrijfwerk kan doen en wat berichtjes kan doorsturen. Gelukkig heb ik hier voldoende ontvangstsignaal om mijn berichten via mijn eigen mobiele data door te sturen. Dus eerst maar een terrasje op zoeken, dat is hier niet zo'n probleem. Rond de klok van 12 even een bezoek aan het centrum brengen, even naar het VVV maar helaas zijn ze vanaf half een tot twee gesloten. Kijken of ik hier een faxbericht kan ontvangen. Ik moet mij ticket voor mijn reis terug hebben. Ik vertrouw mijn vrienden van Ryanair niet. De gegevens staan we in mijn IPhone, maar ik ben bang dat ze dit niet accepteren. En dan ga je flink betalen. Ik wil de Notre Dam zien, die zijn ze nu aan het restaureren, dus foto's maken zal er niet van komen. Maar je hebt hier wel een geweldig uitzicht van de stad. Dit beeld is gemaakt van het staal van de kanonnen, die de Fransen gebruikt  hebben in de oorlog in Oekraïne. Ik denk uit de Napoleon de derde periode. Even kijken hoe ik bij De Roche Chapelle kan komen, dat is de kapel die hoog boven op een rots staat, die boven de stad uit steekt, helaas mocht ik geen foto's binnen maken maar ik heb wel wat filmpjes gemaakt. Overigens behoor je wel over wat conditie te beschikken, ik de treetjes niet geteld, maar het zijn er aardig wat! Ik moet zeggen dat het heel indrukwekkend was, om deze kapel op zo'n hoogte te zien. Ja Le Puy kan ik aanbevelen om eens een dagje te bezoeken! Niek